Melanoom

In het kort

Het aantal mensen met huidkanker neemt in Nederland schrikbarend toe. De stijging van de incidentie van huidkanker is groter dan verwacht op basis van vergrijzing van de Nederlandse bevolking.1  Huidkanker is de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland en de afgelopen tien jaar is het aantal mensen met deze ziekte ruim verdubbeld.2  Verschillende vormen van huidkanker zijn basaalcelcarcinoom (BCC), plaveiselcelcarcinoom (PCC) en melanoom. Melanoom is de meest kwaadaardige vorm van huidkanker en zaait in 20% van de gevallen uit.2  In 2020 kregen 6787 mensen een melanoom en 808 mensen overleden eraan. Voor de puberteit komt het melanoom bijna niet voor, maar daarna kan het op elke leeftijd ontstaan.3 Uit (voorlopige) cijfers van het IKNL blijkt dat het aantal nieuwe gevallen van melanoom is gestegen van 6.709 in 2018 naar 7.127 in 2019. In bijna 60% van de gevallen betreft het mensen van 60 jaar of ouder. In ongeveer 30% is de leeftijd tussen 45 en 60 jaar. Het totaal aantal mensen met huidkanker bedroeg in 2019 meer dan 70.000 (dat is inclusief ca 50.000 gevallen van basaalcelcarcinoom).4

Wat is melanoom

U heeft de diagnose melanoom te horen gekregen of er bestaat een vermoeden dat u een melanoom heeft. Wat is dat precies? En hoe ontstaat een melanoom?

Het lichaam bestaat uit miljarden cellen, en maakt steeds nieuwe cellen aan door celdeling. Het lichaam bepaalt zelf wanneer een cel zich moet delen en wanneer niet.De celdeling kan verstoord raken. Dat kan ontstaan door toeval, maar ook door schadelijke externe invloeden, zoals UV-straling.

Als de celdeling verstoord is, blijven cellen zich delen, ook als dat niet zou moeten gebeuren. Er ontstaat een gezwel, ook wel tumor genoemd. Dit is hoe kanker ontstaat.

Net als veel andere soorten cellen kunnen ook pigmentcellen op deze manier veranderen in kankercellen. Pigmentcellen bevinden zich overal in de huid en worden ook wel melanocyten genoemd. Soms liggen deze melanocyten dicht bij elkaar in de huid en vormen ze samen een donkere pigmentvlek. Er ontstaat dan een moedervlek. Vanuit zo’n moedervlek kan zich een melanoom ontwikkelen, maar het kan ook als een nieuwe plek ontstaan. We spreken van een melanoom als pigmentcellen ongecontroleerd gaan delen en er dus sprake is van een tumor.

Oorzaken

Een melanoom kan overal op het lichaam voorkomen, maar ontstaat meestal op plekken die regelmatig aan de zon en/of zonnebank (UV-straling) worden blootgesteld. Als een melanoom niet operatief wordt verwijderd, kan het doorgroeien in diepere lagen van de huid en zo uitzaaien naar lymfeklieren en andere organen. Hoe dieper in de huid het melanoom is doorgegroeid, hoe groter de kans op uitzaaiingen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Als u een plek op uw huid heeft die u niet vertrouwt, kunt u dat laten onderzoeken door uw huisarts.

Als uw huisarts vermoedt dat u een melanoom heeft, dan zal hij u doorverwijzen naar de dermatoloog. Deze arts zal met een speciaal soort microscoop – een dermatoscoop – naar de verdachte plek kijken. Als de dermatoloog de plek als verdacht kenmerkt, zal deze plek operatief verwijderd worden. Het weefsel wordt dan samen met eventuele foto’s opgestuurd naar de patholoog die met de microscoop het weefsel onderzoekt op de aanwezigheid van afwijkende cellen. Indien het inderdaad een melanoom is, kijkt hij naar de dikte (de Breslow-dikte) van het melanoom en de aanwezigheid van zweervorming, omdat dat iets zegt over het stadium van de ziekte. Daarnaast zegt de dikte van het primaire melanoom iets over de kans op uitzaaiingen: hoe dikker het melanoom, hoe groter de kans dat deze uitgezaaid is.

Uitzaaiingen

Uitzaaiingen kunnen ontstaan in de lymfeklieren en/of organen. Lymfeklieruitzaaiingen zijn uitzaaiingen die relatief gemakkelijk kunnen worden onderzocht. Als u of uw arts een verdikte lymfeklier voelt, dan moet onderzocht worden of er sprake is van een uitzaaiing. Dit kan worden vastgesteld via een echoscopisch onderzoek en eventueel via een punctie van de lymfeklier. In sommige gevallen worden er geen verdikte lymfeklieren gevoeld, maar wordt er met een speciale techniek toch onderzocht of er uitzaaiingen zijn. Dit heet de schildwachtklierprocedure en kan worden in gezet als het gaat om een melanoom dikker dan 0,8 mm zonder zweervorming of een melanoom waarbij zweervorming aangetroffen is, ongeacht de dikte.

Het is mogelijk dat kankercellen uitzaaien via het bloed of lymfevocht naar andere delen van het lichaam en organen, zoals de huid, verafgelegen lymfeklieren, longen, lever, botten of hersenen. We spreken dan van een gevorderd of gemetastaseerd melanoom.

In geval van een stadium III- of IV melanoom zult u worden doorverwezen naar de medisch oncoloog. Deze arts is gespecialiseerd in het behandelen van melanomen met medicijnen. Het kan zijn dat u hiervoor naar een ander ziekenhuis moet, maar omdat er in Nederland 14 gespecialiseerde ziekenhuizen zijn zal dit nooit heel ver van u vandaan zijn.

Mutaties

Bij kanker komen fouten voor in het DNA van de cel. Dit worden mutaties genoemd. De meest voorkomende mutatie bij melanoom is de BRAF V600 mutatie, deze komt voor bij ongeveer de helft van de melanoompatiënten. Als u een melanoom van stadium III of IV heeft, dan wordt er gekeken naar de aanwezigheid van een BRAF mutatie in de tumor. Indien u deze mutatie heeft, kunt u behandeld worden met doelgerichte therapie. Dit is een behandeling met tabletten die zich specifiek richt op het gemuteerde eiwit dat bij u aanwezig is.

Het kan even duren voordat de uitslag van het mutatie-onderzoek bekend is. Het is belangrijk te wachten op de uitslag. Als de kanker zo agressief is dat er niet gewacht kan worden op de uitslag, zal uw oncoloog starten met behandelen. Maar meestal kan gewacht worden op alle uitslagen van het onderzoek. Door deze onderzoeken weet de arts beter welke behandeling voor u het meest geschikt is.

Stadiëring

Net als bij andere vormen van kanker is er ook bij melanoom sprake van verschillende stadia van de ziekte. Bij stadium 1 tot en met 2 is er geen sprake van uitzaaiingen en zal na de eerste operatie nog wat extra huid rondom de plek verwijderd worden om er zeker van te zijn dat alle kankercellen weg zijn. Daarna komt u nog regelmatig bij uw dermatoloog terug om de plek in de gaten te houden.

Bij stadium 3 melanoom kan de oncoloog ervoor kiezen om u, na het operatief verwijderen van de primaire tumor en de schildwachtklieren , met immuuntherapie of doelgerichte therapie te behandelen. Er kan ook worden gekozen om nog geen medicijnen te geven maar u goed in de gaten te houden. Dit is van meerdere factoren afhankelijk. Wat de beste optie voor u is kunt u het beste met uw behandelend arts overleggen.

Bij stadium 4, ook wel gevorderd of gemetastaseerd melanoom genoemd, is er sprake van uitzaaiingen via het bloed of naar verafgelegen lymfeklieren en zal de oncoloog u indien mogelijk een behandeling met medicijnen aanbieden. In dit stadium zijn er meerdere behandelopties.

U kunt er ook voor kiezen om niet behandeld te worden. U zult samen met de oncoloog en eventueel verpleegkundige bespreken wat voor u belangrijk is in uw leven en welke impact een behandeling daarop heeft.

Mogelijke behandelingen bij stadium 3 of gevorderd/gemetastaseerd melanoom

De meest voorkomende behandelingen voor zowel stadium 3 als gevorderd of gemetastaseerd melanoom (stadium 4) zijn doelgerichte therapie, immuuntherapie en radiotherapie.

Voor de behandeling van melanoom zijn er verschillende mogelijkheden.

Indien u stadium 3 melanoom heeft, kan het echter ook zo zijn dat uw arts in overleg met u besluit om geen aanvullende behandeling te geven. Enerzijds omdat een behandeling altijd bijwerkingen kan geven, anderzijds omdat het niet zeker is dat de ziekte terugkomt. In plaats daarvan kan gekozen worden u goed in de gaten te houden. Indien de ziekte terugkomt, wordt bepaald of en wanneer behandeling met medicijnen nodig is.

Vanaf stadium 3 melanoom komt u in aanmerking voor medicamenteuze behandeling nadat het melanoom operatief verwijderd is. In dit stadium worden medicijnen preventief ingezet om te voorkomen dat de ziekte terugkeert. Bij gevorderd of gemetastaseerd melanoom worden de medicijnen ingezet om de kanker te remmen of te laten verdwijnen.

Een van de mogelijke behandelingen is doelgerichte therapie. In dat geval krijgt u een medicijn dat het delen van de kankercellen en de tumorgroei kan remmen. Dit soort medicatie wordt gegeven in de vorm van tabletten of capsules. De ziekte kan door deze behandeling volledig verdwijnen, maar alleen zolang de medicijnen ingenomen worden. Afhankelijk van het geneesmiddel neemt u één of meerdere tabletten of capsules één- of meermaal daags.

En er is nog een mogelijkheid: immuuntherapie. Dat is een behandeling met medicijnen die het eigen afweersysteem helpen om de kankercellen op te ruimen. Immuuntherapie wordt meestal in het ziekenhuis om de 2, 3, 4 of 6 weken per infuus toegediend.

Een derde mogelijkheid, met name indien u gevorderd of gemetastaseerd melanoom heeft, is radiotherapie (bestraling). In dit geval worden de kankercellen behandeld met radioactieve straling om ze te beschadigen of te vernietigen. Bestraling kan gericht worden op het melanoom zelf (indien dit niet volledig is weggehaald), maar ook op de uitzaaiingen of de lymfeklieren.

Welke behandeling het meest geschikt is hangt, behalve van het gewenste effect van de behandeling, ook af van onder meer uw eigen voorkeur, uw overweging wat betreft het risico op  bijwerkingen, uw lichamelijke conditie en het biopt dat bij u is afgenomen bij de diagnose. Doelgerichte therapie werkt bijvoorbeeld alleen als in het DNA van kankercellen een bepaalde afwijking voorkomt.

U hoort van uw arts welke behandeling of behandelingen mogelijk zijn voor u. Uw arts en verpleegkundige zullen u de voor- en nadelen van verschillende behandelingen uitleggen. U bespreekt samen hoe vaak u naar het ziekenhuis moet gaan en welke bijwerkingen u mogelijk kunt krijgen. Ook kunt u ervoor kiezen om niet behandeld te worden. U zult samen met de arts en verpleegkundige bespreken wat voor u belangrijk is in uw leven en welke impact een behandeling daarop heeft.

Doelgerichte therapie

Doelgerichte therapie, ook wel ‘targeted therapy’ genoemd, richt zich op kankercellen met een specifieke afwijking, ofwel mutatie, in het DNA. Door deze mutatie kunnen bepaalde eiwitten in cellen overactief worden en daardoor de deling van de tumorcel stimuleren. Hierdoor komen er steeds meer van deze tumorcellen die deze afwijking in het DNA hebben en ontstaat er kanker.

Bij doelgerichte therapie wordt u behandeld met medicijnen in de vorm van tabletten. Deze medicijnen verspreiden zich via het bloed door uw lichaam en bereiken zo de kankercellen.

De momenteel meest gebruikte doelgerichte therapieën bij melanoom richten zich op het BRAF-eiwit en het MEK-eiwit, waarmee het BRAF-eiwit samenwerkt.
Komt u in aanmerking voor doelgerichte therapie? Dat blijkt uit het biopt dat bij u is afgenomen. Doelgerichte therapie is bij zowel stadium 3 als bij gevorderd of gemetastaseerd melanoom een behandelingsoptie.

Van medicijnen kunt u bijwerkingen krijgen, ook bij doelgerichte therapie. Uw arts of verpleegkundige bespreekt dit met u. Heeft u bijwerkingen? Meld ze altijd direct bij uw arts of verpleegkundige!

Soms kan het gebeuren dat de tumor niet (meer) goed reageert op de medicijnen. De arts zal dan kijken of er een andere behandeling mogelijk is.

– Immuuntherapie –

Immuuntherapie is een behandeling die zich niet rechtstreeks op de kankercellen richt. De medicijnen bij immuuntherapie helpen het eigen afweersysteem de kankercellen te herkennen én ze op te ruimen. Voor melanoom bestaan er twee soorten immuuntherapie: PD-1 remmers en CTLA-4 remmers.

Ons afweersysteem gebruikt T-cellen, een soort ‘verkenners’, om lichaamsvreemde cellen en tumorcellen te kunnen opsporen en te vernietigen. Bepaalde soorten kankercellen hebben een manier ontwikkeld om het afweersysteem te ontwijken. Ze gebruiken een bepaald eiwit – PD-L1 – om de werking van de T-cellen te verstoren. Daardoor herkent het immuunsysteem de tumorcellen niet.

Immuuntherapie blokkeert het signaal van het PD-L1-eiwit. Daardoor worden de T-cellen weer actief, herkent het immuunsysteem de tumorcellen en begint het zelf met opruimen.

Op de T-cellen zit van nature een eiwit, genaamd CTLA-4, dat bij activatie ervoor zorgt dat de T-cel ook weer stopt met werken en dus ook stopt met de vernietiging van kankercellen. Een CTLA-4 remmer zorgt er door blokkering van dit eiwit voor dat de rem op de T-cel eraf wordt gehaald en dat de T-cel dus door blijft gaan met het vernietigen van cellen.

Bij stadium 3 melanoom kunt u behandeld worden met een PD-1 remmer. Bij gevorderd of gemetastaseerd melanoom kunt u een PD-1 remmer, een CTLA-4 remmer óf een combinatie van beide middelen krijgen.

Krijgt u immuuntherapie? Dan krijgt u volgens een afgesproken behandelschema om de 2, 3, 4 of 6 weken een behandeling. Via een infuus krijgt u het medicijn toegediend, onder toezicht van een ervaren arts of verpleegkundige.

Zoals elk medicijn kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen geven. Uw arts of verpleegkundige bespreekt dit met u. Heeft u last van bijwerkingen? Vertel het altijd direct aan de arts of verpleegkundige!

– Bestraling –

Naast behandeling met medicijnen kan de arts kiezen voor bestraling van de kankercellen. Bestraling wordt ook wel radiotherapie genoemd.

Met bestraling wordt geprobeerd de kankercellen te vernietigen met radioactieve straling. Om te zorgen dat gezonde cellen zo min mogelijk beschadigd worden, wordt bepaald hoeveel bestraling nodig is en wordt deze zo precies mogelijk op het gebied met de kankercellen gericht.

Indien u uitzaaiingen in de hersenen heeft, kan er gekozen worden voor stereotactische bestraling (ook wel Gamma Knife of precisiestraling genoemd). Deze vorm van radiotherapie wordt voornamelijk gebruikt als er weinig uitzaaiingen zijn en richt zich zo nauwkeurig mogelijk op de uitzaaiingen om schade aan het gezonde hersenweefsel te voorkomen. Verder kan stereotactische bestraling  gecombineerd worden met zowel doelgerichte therapie en immuuntherapie.

Een bestralingsbehandeling wordt meestal toegepast als aanvullende behandeling als het melanoom gedeeltelijk verwijderd is. Daarnaast kan het ingezet worden om klachten zoals pijn te verlichten, die worden veroorzaakt door uitzaaiingen in de botten en hersenen.

Ook bij bestraling kunnen bijwerkingen optreden. Uw arts of verpleegkundige bespreekt dit met u. Heeft u last van bijwerkingen? Vertel het altijd direct aan de arts of verpleegkundige!

MSD B.V.
POSTBUS 581
2003 PC HAARLEM
0800 – 99 99 000
WWW.MSDCONNECT.NL
INFO@MSD.NL
MEDICALINFO.NL@MERCK.COM

Voor productvragen of het melden van bijwerkingen kunt u contact opnemen met 0800-999000 of medicalinfo.nl@merck.com.
N.B. Dit contact vervangt niet het advies van uw arts. Vragen over algemene medische onderwerpen of uw persoonlijke conditie kunnen wij niet beantwoorden.

* Sommige informatie is afkomstig van KWF Kankerbestrijding en het IKNL. MSD is niet verantwoordelijk voor de inhoud ervan.

Laatst bijgewerkte datum 9 november 2021, NL-NON-01626


[1] IKNL, https://iknl.nl/kankersoorten/huidkanker, geraadpleegd op 9 november 2021

[2] IKNL, https://iknl.nl/kankersoorten/huidkanker/registratie/incidentie, geraadpleegd op 9 november 2021

[3] KWF, https://www.kwf.nl/kanker/melanoom, geraadpleegd op 9 november 2021

[4] Stichting melanoom, https://www.stichtingmelanoom.nl/single-post/2020/02/03/huidkanker-komt-steeds-vaker-voor, geraadpleegd op 9 november 2021