Op de bres voor versnelde toegang tot oncologische innovaties

November 16, 2022

Share this article

.st0{fill:#00857C;}

Wat voor land willen we zijn als het gaat om de strijd tegen kanker? Een land dat innovatie omarmt en het belang van patiënten altijd op nummer één zet? Of een land waarin de deur naar de best mogelijke zorg volgens de laatste stand van de wetenschap pas opengaat als het voor veel kankerpatiënten al te laat is?

Die vraag houdt me bezig, nu meer dan ooit tevoren. De keuze lijkt zo makkelijk, zo voor de hand liggend. Natuurlijk staat de patiënt voorop, mensen met kanker moeten zo goed mogelijk worden geholpen. Maar de praktijk in ons mooie landje is toch echt anders…

Farmaceutische innovaties zorgen ervoor dat we kanker steeds vroeger kunnen opsporen en steeds nauwkeuriger kunnen bepalen welke behandeling voor welke patiënt het beste is. Steeds meer mensen overleven langer na hun kankerdiagnose, zo blijkt uit de meest recente cijfers  van de Nederlandse Kankerregistratie. Tussen 2011 en 2020 bleef 66 procent van de mensen minimaal vijf jaar in leven nadat er kanker was vastgesteld. In de tien jaar daarvoor was dat nog 58 procent.[1]

Goed nieuws natuurlijk, maar het nieuws moet én kan nog veel beter. Het probleem in ons land zit ‘m in de bureaucratische hordes die toegang tot innovatie vertragen. Telkens denk je dat je er bent en telkens verschijnt er dan toch weer een nieuwe horde.

Zo zitten er in Nederland inmiddels gemiddeld zo’n 500 dagen tussen goedkeuring van een nieuwe innovatieve oncologische behandeling door de EMA (European Medicine Agency) en een prijsakkoord over de vergoeding.[2] Je zou denken dat patiënten na het bereiken van dat akkoord direct toegang hebben tot de betreffende innovatie, maar dat is lang niet altijd het geval.

In een eerdere blog beschreef ik hoe dat komt. Kort door de bocht: ziekenhuizen en zorgverzekeraars moeten eerst afspraken maken over deze nieuwe zorg, richtlijnen worden vertraagd geactualiseerd en oncologische middelen worden na registratie nogmaals getoetst. Allemaal kostbare tijd. Tijd die voor een patiënt het verschil tussen leven en dood kan betekenen.

In de kern hebben we in Nederland na goedkeuring en akkoord over de vergoeding van oncologische innovaties nog steeds een systeem van ‘Nee, tenzij’, terwijl er in landen om ons heen eerder sprake is van ‘Ja, mits’. Ik zeg niet dat het Franse, Duitse of Belgische systeem in alle opzichten beter is dan het Nederlandse, maar ‘Ja, mits’ betekent in dit geval wel dat de patiënt sneller toegang heeft.

Wat dreigt is een situatie waarin we straks precies weten wat een patiënt nodig heeft, maar we hem of haar niet kunnen behandelen omdat het middel niet beschikbaar is in Nederland. Of voor het ene type kanker wel, maar voor het andere niet. Ik vind dat moeilijk uit te leggen voor een land als Nederland, dat internationaal bekend staat om zijn goede zorg en innovatieve geneesmiddelen.

Het verbaast me dat bepaalde zorgpartijen zich wel comfortabel lijken te voelen bij dit systeem van ‘Nee, tenzij’. Men voelt geen urgentie, zo lijkt het, of ze zien voor zichzelf geen rol in het bespoedigen van toegang tot oncologische innovaties. Een bekende discussie, nu weer actueel door de ‘Servier-casus’, gaat over het financieel belang van (o.a.) overheden bij trage toelating. Maar over overheden of de vergoedingsautoriteiten heb ik het nu niet. Ik kijk naar medisch oncologen, chirurgen en andere artsen. Waarom komen die niet veel meer op voor de belangen van hun patiënten? Waarom gaan zij niet meer op de bres voor versnelde toegang tot goedgekeurde oncologische innovaties?

Natuurlijk moeten we het uiteindelijk samen doen, met alle betrokken partijen. Ook MSD pakt hierin graag haar verantwoordelijkheid. Laten we met elkaar in gesprek gaan en blijven, bijvoorbeeld over wat we kunnen leren van andere landen, om zelf nog meer het land te worden dat we willen zijn.”

Jurgen Huismans, Director Value & Patient Access bij MSD


[1] Overleving kankerpatiënten stijgt, maar niet bij alle kankersoorten (iknl.nl)
[2] Moeizame toelating medicijnen dupeert patiënt (fd.nl)

NL-NON-02084